Nieuws en blog

Ons huidige (fossiele) energiesysteem moet veranderen in een duurzaam alternatief. Het is een complexe opgave en we zitten er middenin. Er bestaan inmiddels verschillende alternatieven voor aardgas. Een bronnet* is er daar een van en misschien wel de meest interessante oplossing. Het is een zeer lage temperatuur warmtenet met individuele warmtepompen in gebouwen. Dit lijkt de meest duurzame oplossing in de energietransitie waarmee veel CO2 kan worden bespaard.

Maar…

In Nederland kun je hiervoor geen Stimulering Duurzame Energieproductie (hierna SDE++) subsidie krijgen. Voor andere, veel minder duurzame warmtenetten wel. Dat betekent dat de implementatie van een van de meest duurzame alternatieven voor aardgas op z’n minst wordt vertraagd. Er is wel SDE++ subsidie voor aquathermie en laagwaardige (industriële) restwarmte, maar alleen als deze gecombineerd wordt met een collectieve warmtepomp en centraal warmteoverdrachtstation in de wijk, zoals bijvoorbeeld bij midden-temperatuur warmtenetten (hierna MT warmtenettetten).

Een gemiste kans!

Want bronnetten met individuele warmtepompen hebben veel potentie en duidelijke voordelen ten opzichte van MT warmtenetten.

Voordeel 1: Minder warmteverlies
Een bronnet brengt de warmte naar de afnemer op een lage temperatuur. Daardoor zijn de verliezen onderweg, maar ook bij de overdracht in de woning, veel lager dan bij MT warmtenetten. MT warmtenetten kennen het hele jaar, dus ook in de zomer, maar één vaak onnodig hoge temperatuur: 70⁰C. In deze warmtenetten verlies je energie/warmte, bijvoorbeeld in de bodem en bij de overdracht naar de woning. Deze warmte moet dus extra worden opgewekt om genoeg warmte aan afnemers te kunnen leveren.

Voordeel 2:  Efficiëntere opwek
Individuele warmtepompen kunnen de bron precies verwarmen tot de temperatuur die iedere woning nodig heeft, gegeven een bepaalde buitentemperatuur. Voor een woning met vloerverwarming is bijvoorbeeld circa 40°C nodig. Het is evident dat dit efficiënter opgewekt kan worden, dan een temperatuur van 75°C (hoofddistributienet) via centrale opwek, omdat het rendement van een warmtepomp sterk afhangt van de benodigde temperatuurverhoging. Maar ook voor radiatoren en/of convectorradiatoren is opwekking in de woning efficiënter in het voor- en naseizoen. Er is, kortom, minder (hernieuwbare) elektriciteit nodig, waardoor er dus ook minder CO2 uitgestoten wordt ten opzichte van MT warmtenetten.).

Voordeel 3:  Langere levensduur warmtenet
De ongeïsoleerde leidingen bij een bronnet hebben, vergeleken met geïsoleerde leidingen van een MT warmtenet, een zeer lange levensduur en hoeven daardoor minder vaak te worden vervangen. Aangezien de ondergrond steeds voller raakt kan de vervanging van MT warmtenetten in de toekomst nog wel eens gigantische kosten met zich meebrengen.  Bij een bronnet zijn de vervangingskosten dus niet alleen veel lager, maar zorgen ze ook nog voor minder overlast en minder afvalstoffen/restproducten.

Voordeel 4:  Makkelijkere en veilige aanleg
Ongeïsoleerde leidingen zijn veel makkelijker aan te leggen dan geïsoleerde leidingen. Dat komt omdat de leidingen een geringe diameter hebben, waardoor ze gewoon van de rol/haspel kunnen worden aangelegd. Daarnaast hoeft er maar één verbinding te worden gemaakt voor een aan- of afvoerleiding in plaats van twee zoals bij MT warmtenetten (te weten de leiding en de isolatieafwerking). Ook het maken van aftakkingen is veel eenvoudiger, omdat je maar op één leiding hoeft aan te takken. De aanleg van bronnetten gaat daarmee veel sneller (en is dus ook goedkoper). Bijkomend voordeel is dat een bronnet relatief koud is, waardoor het mogelijk is om een bronnet veilig direct naast een drinkwaterleiding en/of elektriciteitsleiding te leggen. Een MT warmtenet maakt de bodem warmer en bij een eventuele calamiteit is de invloed op de drinkwaterleiding groter. Hierdoor worden standaard grotere veiligheidsafstanden gehanteerd tussen het MT warmtenet en een drinkwaterleiding of elektriciteitskabels.Ook is het aanleggen van MT warmtenetten gespecialiseerd werk. Het aanleggen van een bronnet is veel meer te vergelijken met het aanleggen van een rioolleiding of een drinkwaterleiding. Er zijn meer bedrijven die dit kunnen aanleggen.

Voordeel 5:  Mogelijkheid van koeling
Bijkomstig voordeel is dat bij een bronnet woningen eventueel ook gekoeld kunnen worden. Dit kan in veel gevallen passief (dus zonder elektriciteitsgebruik), waardoor niet alleen elektraverbruik maar ook airco’s uitgespaard kunnen worden (met milieubelastende koudemiddelen).
De regels van de SDE++ geven nu alleen aan dat wanneer er koude geleverd kán worden, de businesscase altijd rendabel is en dat er daarom geen subsidie hoeft te worden verstrekt. Er kan immers geld voor de levering van koude gevraagd worden. Dit is echter de theoretische waarheid. In de praktijk zullen huiseigenaren nu extra moeten betalen om de businesscase rendabel te maken. Bovendien zullen veel woningen eerst geschikt gemaakt moeten worden om te koelen. Veel huiseigenaren zullen hier niet toe bereid zijn.  Dit maakt het lastig om potentiële afnemers te overtuigen om aan te sluiten op een bronnet en op die manier afscheid te nemen van het aardgas..

Gezien al deze voordelen voor bronnetten is het jammer dat er nu nog te vaak voor een MT warmtenet wordt gekozen omdat daar wél subsidie voor wordt verstrekt. De huidige  businesscase berekeningen worden vaak gemaakt voor veertig jaar, omdat dat de levensduur is van MT warmtenetten.  Met de genoemde voordelen in het achterhoofd is het de moeite waard om eens een businesscase berekening te maken met een exploitatie van zestig tot tachtig jaar voor zowel een bronnet als een MT warmtenet en hierbij ook te kijken naar de hoeveelheid elektriciteit die beide systemen verbruiken om de CO2-uitstoot te bepalen. Als er daarnaast in de volgende ronde SDE++ ook subsidiemogelijkheden komen voor bronnetten met individuele warmtepompen, dan is de rekensom snel gemaakt.
Dus laten wij ook bronnetten met individuele warmtepompen opnemen in de SDE++ regeling!

* Een bronnet is het meest duurzame warmtenet wanneer er alleen laagwaardige warmte beschikbaar is zoals aquathermie of laagwaardige (industriële) restwarmte (<25⁰C).